Schüssler celzouten therapie
"De ziekte van de cel onstaat door het verlies aan anorganische zouten"
Jacob Moleschott 1822 - 1893
" Het wezen van een ziekte is de pathogeen (=ziekteverwekkend) veranderde cel"
Rudolf Virchow 1821 - 1902
"Dan moet de gezondheid van de cel en zo ook de gezondheid van het lichaam hersteld worden door het weer aanvullen van de verliezen"
Wilhelm Heinrich Schüssler 1821 - 1898
Dr. Wilhelm Heinrich Schüssler startte in 1858 als Duitse homeopathische arts. Het was zijn doel een eenvoudige, overzichtelijke geneeswijze te ontwikkelen. Dr. Schüssler vond de homeopathie een zeer complexe en veeleisende geneesmethode. Hij ging er van uit dat er iets eenvoudigers bestond om de mens zijn gezondheid te geven. Hij gebruikte zijn homeopathische kennis samen met zijn ervaringen uit zijn praktijk om via onderzoek zijn biochemische geneeswijze te ontwikkelen. Dr. Schüssler ontdekte 12 verbindingen van Schüsslerzouten die nodig zijn voor het goede verloop van alle essentiële functies in het lichaam. Het zijn verkleinde minerale verbindingen zoals die in en om onze cellen van nature voorkomen. Bij deze verbindingen is er altijd een elektrisch positief geladen en een elektrisch negatief geladen ion. Deze verbinding noemen we celzouten. Na de onderzoeken van 2 collega's kwam Dr. Schüssler tot het volgende besluit: De gezondheid van de cel en zo ook de gezondheid van het lichaam moet hersteld worden door het weer aanvullen van de verliezen. Het gaat hier om het op celniveau verdelen, beschikbaar en weer opneembaar maken van deze specifieke minerale zouten die noodzakelijk zijn voor het lichaam. Bij het maken van de celzouten worden de mineralen gewreven met lactose (=melksuiker). Deze werken niet volgens het homeopathisch principe en zijn dus geen prikkel-activerend-sturend middel. Door het verwrijven is het mineraal dusdanig verkleind dat het direct door de cel kan worden opgenomen en de balans in de cel gaat herstellen. De celzouten zijn zodanig verdund en verkleind dat ze door de kleine openingen van de celwand heen kunnen en zo direct opgenomen kunnen worden. De celzouten smelten heel gemakkelijk in de mond, waar ze via het speeksel onmiddellijk opgenomen worden. De celzouten komen dus niet in de maag terecht.
Indien het lichaam meer celzouten verbruikt dan dat het zelf kan aanmaken, dan ontstaat er een disbalans. De oorzaak hiervan kan verschillend zijn (erfelijke ziektes, stress, verkeerde voeding, geestelijke overbelasting, energetische belasting,…) en zorgt voor een verstoring in de mineralenhuishouding op celniveau. De klachten verdwijnen indien de verstoring terug aangevuld wordt door inname van de celzouten. Na het verdwijnen van de klachten is het belangrijk om de reserves van het lichaam terug aan te vullen.
Celzouten kunnen zowel bij mens als dier toegepast worden. Bij dieren hebben deze een heel goede werking en zie je meestal al snel resultaat. Ze kunnen zowel inwendig als uitwendig gebruikt worden. De celzouten werken op celniveau en gaan daar fysiek iets teweeg brengen, waardoor er uiteindelijk ook emotionele verandering kan optreden.